Radio 1 sprak met Cobie Groenendijk, die als psychiater is aangesloten bij de rechtszaak tegen de NZa. In het gesprek gaat ze in op de bezwaren die behandelaren in de GGZ hebben tegen het opeisen van de vragenlijsten over het mentale welzijn van hun cliënten.
De informatie die de NZa opeist, beslaat het complete innerlijke leven van mensen die voor hun mentale problemen hulp zoeken in de GGZ. Groenendijk: “Het gaat om een lijst van twintig vragen. Daarin wordt van ons verwacht dat we elke patiënt van de 800.000 Nederlanders in Nederland die de ggz binnenkomen, scoren op diverse vragen zoals destructiviteit, suïcidaliteit, verslaving, seksualiteit, denken, relateren; een beetje een outline van ons mentaal functioneren.”
In de plannen die er bij de overheid bestaan om medische persoonsgegevens op te eisen voor het bereiken van beleidsdoelen, dreigt het medisch beroepsgeheim en daarmee de toegankelijkheid van de zorg op losse schroeven komen te staan.
“Wij hebben als dokters en als psychologen ooit een belofte afgelegd en die nemen we zeer serieus. En dat is een ethische belofte, een beroepsgeheim. Het houdt in dat wat een patiënt ons vertelt, wij dat niet naar buiten zullen brengen tenzij er zeer dringende omstandigheden zijn – denk aan iemand die op het punt staat zijn vrouw te vermoorden, of een pandemie. In zulke situaties is het denkbaar dat je je beroepsgeheim doorbreekt. Het beroepsgeheim is cruciaal voor de kwaliteit van de zorg, en de overheid heeft een datafetisj, waarin ze denkt dat het verkrijgen van data op individueel niveau van patiënten iets van doen heeft met kwaliteit van zorg.”
De kwaliteit van de zorg wordt niet verhoogd door het verzamelen van medische gegevens over individuele cliënten, integendeel:
“Natuurlijk moet er goed gekeken worden naar hoe geld besteed wordt. Maar houd je dan aan wet- en regelgeving en ga niet van elke individuele burger die hoopt dat zijn gegevens veilig zijn in de spreekkamer, op individueel die data verzamelen. Dat is slecht voor de kwaliteit van de zorg en het vertrouwen in de zorgverlening. Zorgverleners zijn gewend om transparant te zijn en de dingen die horen bij hun vak. Het afleggen van verantwoordelijkheid is daarvan een heel normaal onderdeel. Dus mensen mogen natuurlijk zien wie welke patiënt behandelt en wat de kosten daarvan zijn. Maar doe dat op abstract niveau en niet op individueel niveau van de patiënt. Want overheden die databanken aanleggen over de meest privacygevoelige delen van je leven, dat lijkt me zeer riskant, zo leert ook ons de geschiedenis.”
Het is tot slot slechts enkele jaren geleden dat een andere grote database met medische gegevens van GGZ-cliënten wegens privacybezwaren moest worden opgedoekt. Ook dit gebeurde pas toen een cliënt, gesteund door psychiaters en psychotherapeuten, met een klacht naar de Autoriteit Persoonsgegevens stapte.
“We hebben al eerder zo’n databank in de GGZ gehad en dat is door vezet vanuit onze groep stopgezet. Dat was vlak voor de coronacrisis, en alle opgeslagen data moesten vernietigd worden. We dachten dat het over was, maar nu komt dit op ons af. De NZa dreigt al met boetes, ik zou zeggen: kom maar, dan stappen we naar de rechter.”
Het volledige interview kan worden teruggeluisterd op de site van Radio 1.