Middels WOO-verzoeken wilden we inzicht krijgen in hoe de AP kon besluiten om groen licht te geven aan het plan van de NZa om gevoelige vragenlijsten over GGZ-cliënten op te eisen van behandelaren. De toezichthouder verzuimt echter al anderhalf jaar te antwoorden. De rechter is ingeschakeld om de AP alsnog tot transparantie te bewegen.
Gepubliceerd op 25 april 2024
Eind 2022 diende onze actiegroep WOO-verzoeken in bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Daarmee wilden we inzicht krijgen in het overleg tussen deze partijen over de aanlevering van zogeheten HONOS-vragenlijsten in de GGZ. De AP gaf eind 2022 groen licht aan het omstreden plan van de NZa om behandelaren in de GGZ te verplichten deze vragenlijsten aan te leveren. De NZa leverde de gevraagde WOO-stukken in april 2023, maar van de AP hebben vooralsnog niets ontvangen.
Onvolledig geïnformeerd
De WOO-stukken die de NZa vrijgaf, leidden tot een reportage van het onderzoeksjournalistieke programma Argos. Daarin werd duidelijk dat de NZa bij het vragen om advies over haar nieuwe regelgeving niet aan de AP vermeldde dat ze van plan was vanaf 2023 de vragenlijsten op te eisen. De AP raakte hier pas van op de hoogte toen deze regelgeving al aan GGZ-behandelaren was aangekondigd. Lees hier meer over op de site van Argos.
Kort daarna volgden vanuit de toezichthouder alsnog een aantal kritische vragen aan de NZa over het doel en de noodzaak van de vragenlijsten, maar die blijken anderhalve maand later allen door de NZa gepareerd. Deze heeft volgens de eindbrief van de AP aannemelijk gemaakt dat de vragenlijsten een geschikt en noodzakelijk middel zijn om de toegang tot de GGZ te verbeteren, dat minder ingrijpende methoden niet volstaan en dat de inbreuk op de privacy van cliënten in verhouding staat tot dit doel.
Met de goedkeuring die de AP in december 2022 verleent, is de verplichte aanlevering van de vragenlijsten een feit. Wel dient de verplichting jaarlijks opnieuw te worden goedgekeurd door de AP.
Raadselachtige goedkeuring
Het is ons een raadsel waarom de AP in december 2022 overstag is gegaan. In reactie op haar vragen over het doel en het nut van de vragenlijsten, stuurde de NZa een wollig document op waaruit op geen enkele manier blijkt dat de vragenlijsten bruikbaar zijn voor het doel van de NZa – het voorspellen van de zorgvraag van een GGZ-cliënt. Wetenschappers wijzen er al langer op dat vergelijkbare pogingen in het buitenland om zorgkosten in de GGZ te voorspellen op basis van deze vragenlijsten niet zijn geslaagd. Hoogleraar Psychiatrie Jim van Os, één van de wetenschappers die onze rechtszaak steunt, verwoordde dit tegenover NRC als volgt: “De data die de NZa verzamelt, voorspellen helemaal niks.”
Aanleverplichtingen eerder nog fors ingeperkt
Wat de goedkeuring nog raadselachtiger maakt, is het feit dat de NZa niet lang geleden de hoeveelheid gegevens die GGZ-behandelaren moesten aanleveren, grotendeels moest schrappen omdat ze niet kon onderbouwen dat deze noodzakelijk waren voor haar taken. Tussen 2010 en 2019 waren behandelaren nog verplicht de volledige DSM-diagnose en de vijf psychosociale assen over hun cliënten aan de NZa te leveren - vergelijkbaar met de informatie die de NZa nu in de HONOS-vragenlijsten opeist. Vanaf april 2019 moest slechts algemene diagnose-informatie worden aangeleverd.
Het ligt voor de hand dat er over deze inperking overleg is gepleegd tussen de NZa en de AP. Niet alleen is het gebruikelijk dat de AP nieuwe regelgeving van de NZa toetst op privacy; ook waren de AP en de NZa gezamenlijk verwerende partijen in de rechtszaak die leidde tot het inperken van de aanleververplichtingen in 2018. Er is echter geen advies over deze regelwijziging vindbaar op de site van de AP.
Vertrouwen in de GGZ wil met de WOO-verzoeken ook inzage krijgen in het eerdere oordeel van de AP over de dataverzameling van de NZa en het destijds gepleegde overleg tussen de partijen. Welke argumenten leidden er destijds toe dat de NZa deze informatie niet rechtmatig kon opvragen, hoe luidde het standpunt van de AP hierover en wat is er in de tussentijd veranderd waardoor dit plots weer wél noodzakelijk werd geacht door zowel de NZa als de AP?
Naar de rechter
De AP heeft alle redelijke termijnen voor het opsturen van de gevraagde WOO-stukken over haar besluitvormingsproces en de communicatie met de NZA zeer ruim overschreden. Na het sturen van meerdere herinneringen stelden we de AP eind 2023 officieel in gebreke, maar ook dit leverde niets op. Daarom heeft Vertrouwen in de GGZ nu de bestuursrechter ingeschakeld om in een procedure de AP te dwingen tot transparantie over haar handelen in dit dossier, eventueel met een dwangsom.
We hopen dat de AP alsnog op korte termijn zal besluiten de gevraagde documenten vrij te geven.
foto: Maksym Kaharlytskyi | Unsplashed